In mijn eerste blog beschreef ik waar mijn uitval-reis is begonnen. Maar ook het pad naar herstel. Het is een flinke reis gebleken. Maar toch begint die reis bij rust nemen. Dat was nog moeilijk. Ik dacht eerst dat het betekende dat ik veel moest slapen. En daarna dat ik niks mocht doen. Ook heb ik nog even gedacht dat ik me maar helemaal uit alle drukte moest verwijderen, bijvoorbeeld door te verhuizen, ander werk te zoeken. Of misschien door in een abdij te gaan wonen. Waar kon ik die rust precies vinden?
Uiteindelijk heb ik er dan ook hulp bij gezocht, waar ik de volgende blog op in wil gaan. Maar voor nu duiken we in mijn zoektocht naar die rust. Dat deze zoektocht voor mij ingewikkeld was, blijkt uiteindelijk ook aan de lengte van deze blog.
Bijkomen en onrust (het voorbeeld)
Bijkomen van, na of tijdens een burn-out. Ik weet niet precies op welk moment dat bijkomen eigenlijk hoort, soms lijkt het een continu proces. In ieder geval: rust nemen. "Doe even rustig aan, dan zien we je straks weer". Hoe werkt dat eigenlijk, dat rustig aan doen?
Zeker omdat ik niet meer werkte, vond ik rustig aan doen (of eigenlijk rust nemen) lastig. Ik voelde me schuldig omdat ik mijn collega's in de steek liet. Zo voelde het in ieder geval. Ik kon niet meer werken, maar wel mountainbiken, of wandelen, of op bezoek bij vrienden en familie. De leuke dingen dus. Rustig aan doen maakte me rusteloos, want ineens moest ik stil staan, terwijl ik altijd in beweging was geweest. Bovendien stond mijn hoofd, mijn denken, niet stil. Dus dan ga je wat doen? Bijvoorbeeld naar buiten, maar ik werd te onrustig van alle geluiden, prikkels en mensen om me heen. Even lekker een stukje lopen in het bos werd al irritant, omdat bleek dat ik in de buurt van een motorcross baan liep. Of omdat er andere mensen liepen, die vrolijk praatten. Dat werkte dus ook niet. Ook in alle rust boodschappen doen, met mensen met karretjes die in de weg stonden, kinderen die snoepjes wilden was een opgave. Overal mensen. Kon ik dan nergens rust vinden?
Dus wat betekent rustig aan doen, of bijkomen eigenlijk? Thuis zitten met de gordijnen dicht? De hele dag in bed liggen, wachten tot het over is? Wat moeten mensen wel niet van me denken als ik dat doe!
Rustig aan doen maakte me rusteloos, want ineens moest ik stil staan, terwijl ik altijd in beweging was geweest. Bovendien stond mijn hoofd, mijn denken, niet stil. |
Rust vinden / Wat is rust?
Rust vinden. Soms kost het nog steeds moeite. Maar dat is ook niet gek. De rust die ik bedoel is niet buiten te vinden. Ook niet thuis. Het is de rust in je hoofd. In mijn geval, misschien valt het op in wat hierboven beschreven staat, zit mijn hoofd vol met oordelen. Soms harde oordelen, vaak negatieve oordelen. Het zit vol met dingen waarvan ik vind dat ik ze zou moeten doen. Vol met dingen die ik op een bepaalde manier zou moeten doen. Het liefst perfect, want gewoon goed is niet goed genoeg.
Het vinden van rust begint voor mij dus met het oordeel over mezelf. De verwachting van mezelf. Waar kan ik de lat wat lager leggen? En als ik de lat lager leg, kan ik dan accepteren dat die daar ligt en niet op de hoogte waarvan ik altijd vond waar die zou moeten liggen? En hoe denk ik erover als ik de lat een keer niet haal? Hoe hard mag of moet ik daarvan balen? Of kan ik het naast me neerleggen en ervan leren voor de volgende keer?
Naast het oordeel over mezelf, zit mijn hoofd vol dingen waar ik niet eens invloed op had. Dit valt misschien ook onder de lat lager leggen. Ik moet bijvoorbeeld leren het nieuws ter kennisgeving aan te nemen. Dus niet meer balen dat ik de oorlog in de Oekraïne niet heb kunnen voorkomen. Beseffen dat ik niet iets kan doen voor iedereen die ik zie op straat, noch dat het mijn verantwoordelijkheid is dat ze er überhaupt zijn. Had ik daar realistisch gezien invloed op kunnen uitoefenen?
Al met al moet ik wat milder worden naar mezelf toe, dat brengt ook rust in mijn bovenkamer.
Filosofie
Stoïcijns denken heeft me daarbij geholpen. Specifiek het boek "Drive" van Mark Tuitert veranderde wel wat in mijn denken. Het maakte ruimte voor me om weer leuke dingen te doen, zonder er al te veel van te vinden. Dus kon ik gewoon genieten.
Socratisch denken (geleerd uit Socrates op Sneakers) heeft me geleerd objectiever met mijn gedachten om te gaan. Dus er minder van te vinden, maar met nieuwsgierigheid te benaderen. En kritisch te benaderen. Is het wel waar wat ik hier denk? Bijvoorbeeld als ik me opwond over hoe mijn collega's op een (in mijn ogen) stomme manier een IT-vraagstuk hadden opgelost, kan ik mezelf er vragen over stellen.
- Was dat een stomme manier?
- Of niet de manier waarop ik het zou doen?
- En maakt het uit dat het anders is?
- Of is die manier misschien wel beter?
Het bijzondere aan beide filosofieën, voor mij in ieder geval, is dat ze de keuzes die je maakt duidelijker maken. Ze helpen mij om mijn denken positiever, of in ieder geval constructiever te maken wanneer ik in een negatieve bui ben. Alles door een simpele vraag. "Wat kan ik er écht aan doen?" Want er zijn dingen die je kan doen. Voor mij, grappig genoeg, is één van de dingen gewoon "iets doen". Het maakt bijna niet uit wat, maar als ik eenmaal van mijn plek ben en iets doe, keert de spiraal zich langzaam om en wordt het een positieve spiraal.
Gewoon 'iets' doen werkt uiteraard niet voor alles. Als ik financiële problemen heb en daar negatief in sta, werkt hardlopen niet. Ik moet op een gegeven moment gewoon mijn budget gaan maken. Maar eerst een blokje rennen om in beweging te komen kan helpen om aan het budget te werken. Als ik merk dat ik slecht slaap, moet ik vooral naar bed gaan en niet gaan hardlopen voor het slapengaan. Vooraf even lezen of tekenen voor het slapen helpt dan. Of een podcast luisteren om in slaap te vallen. Uiteindelijk maakt wat ik daadwerkelijk doe wel uit. Zodoende de toevoeging "écht" aan de vraag "Wat kan ik er écht aan doen?" Kritisch genoeg afgewogen of het echt gaat helpen.
Stoplicht
Hierbij heb ik op aanraden van mijn therapeut ook een 'stoplicht' gemaakt. Een lijstje van dingen die ik kan doen om mijn stemming, humeur of depressie te veranderen. Deze gaat van groen (het gaat goed), naar oranje (negatieve gedachten beginnen de overhand te krijgen in mijn hoofd), naar rood (je wil je bed niet meer uit en met de gordijnen dicht blijven liggen, starend naar de tv omdat al het andere te moeilijk en zwaar is). Voor ieder stadium heb ik dingen opgeschreven die ik kan doen, variërend van mensen opzoeken, bellen of op een andere manier spreken, tot Bob Marley opzetten. Het lijstje bestaat ook in mijn hoofd, maar mocht ik echt even niet meer weten wat te doen, heb ik het achter de hand.
Voor ieder stadium heb ik dingen opgeschreven die ik kan doen, variërend van mensen opzoeken, bellen of op een andere manier spreken, tot Bob Marley opzetten. |
Fit
Ik ben nu nog steeds aan het leren. En waarschijnlijk zal ik altijd wel blijven leren. En soms gaat dit beter dan andere dagen. Wat me vaak opvalt aan de moeilijkere dagen, is dat ze gepaard gaan met vermoeidheid. Ik denk niet dat dat toeval is. Of het nou is dat ik ervoor een intensieve dag heb gehad, of een nacht slecht geslapen heb, of een combinatie van de twee. Hoe fit ik ben, of me voel, lijkt een directe invloed te hebben op hoe ik over mezelf denk. Hoe fitter, hoe positiever. Ik merk het dus ook aan mijn eetpatroon. Als ik weinig (of slecht) eet, wordt ik 'hangry' (hongerig en boos gecombineerd). Dit heeft dus invloed op mijn humeur. Gezien mijn humeur naar binnen keert, word ik dus vooral boos op mezelf.
Maar aan de andere kant. Als ik fit ben, goed geslapen én gegeten heb, ben ik vrij mild naar mezelf. Dan voelt het alsof ik goed ben in de dingen die ik doe. Alsof ik capabel genoeg ben voor mijn werk. En vooral alsof ik goed om kan gaan met problemen en onverwachte situaties. Dus slaap en eet voldoende, ook, of juist wanneer je niet lekker in je vel zit.
Conclusie
Al met al is rust vinden nog niet zo makkelijk. Zeker niet wanneer je de rust intern moet vinden. Er zijn verschillende dingen die mij hebben geholpen. De belangrijkste is dat ik me niet uit negatieve buien kan denken, maar dat ik iets moet doen om het te veranderen. En daar vind ik dan mijn rust. In de wetenschap dat ik eruit kan komen door iets te doen. Sport, creativiteit of gezelligheid met anderen. Rust, in die zin, betekend iets anders dan stil staan. Het is een activiteit.
Jeroen is begeleider en ervaringsdeskundige bij Inside Out Sports. Vanuit een persoonlijke motivatie schrijft hij (twee)wekelijks een blog. Voor zichzelf en misschien wel voor een ander. Herken jij jezelf in dit verhaal? Laat het ons weten!
Reactie schrijven